Hoe is de huidige situatie in bedrijven inzake fysieke belasting?

Als praktijkdeskundige in de fysieke belasting deel ik in deze uiteenzetting de ervaringen die ik de afgelopen jaren heb opgedaan.

In alle bedrijven die de afgelopen jaren zijn bezocht is de kans op fysieke problemen door handmatig hendelen van zware lasten groot. Daar waar er al fysieke problemen aanwezig zijn en de betrokkenen graag hun werk willen blijven voortzetten worden tilhulpen ingezet. Daar waar we als deskundige benaderd zijn als gevolg van acties van Inspectie SZW blijkt dat vaak een goedkoop hulpmiddel aangeschaft wordt. Dit heeft dan vaak niet tot doel om gebruikt te worden, maar om ingedekt te zijn tegen na controles. Een andere reden dat er geen tilhulpmiddel ingezet wordt is vaak dat het iets meer tijd neemt en daar is geen ruimte voor in het proces. Soms door financiële druk, soms door tijdsdruk, soms omdat er geen verandering gewenst is, soms door gebrekkige instructie van het gebruik. We constateren dat in veel van deze gevallen het tillen handmatig blijft plaatsvinden. Bedrijven die graag aan de regels willen voldoen en daardoor meer kosten maken kunnen uit concurrentieoverwegingen vaak niet aan de regels voldoen. Ze verliezen het op prijs bij inschrijven voor opdrachten.

Er zijn ook vele anderen die ervaringen op dit gebied hebben. Ook deze zijn of worden vermeld in deze stand van zaken, waarbij indien mogelijk de bron wordt vermeld. Deze stand van zaken is een groeiend document en wordt aangevuld door nieuwe inzichten en als de beschreven situaties verbeteren wordt het ook aangegeven.

Praktijkcase 1 - De fysieke belasting in de pakketbezorging

De pakketbezorging is een bedrijfstak waarin erg veel fysieke belasting plaatsvindt. We hebben er te maken met de handmatige handeling naar de vervoersorganisaties toe en van hen naar de klant. Vervoersorganisaties hebben afspraken met een keten van aanleverpunten en ophaaldiensten die veelal zelfstandig gerund worden. En ze hebben afspraken met een keten van bedrijven waarin bezorging van de pakketten aan de klant plaatsvindt. De vervoersorganisaties zelf doen vaak zelf geen of nauwelijks handmatige hendeling meer. Bijna alles wat in hun bereik ligt is geautomatiseerd of wordt dat op kortere termijn. De fysieke belasting vindt net 'buiten hun gezichtveld plaats', daar waar er fysiek aangeleverd of bezorgd wordt. We hebben gesprekken gehad met het hogere kader in die vervoersbedrijven en daar wordt ons ook duidelijk uitgesproken dat de fysieke handeling niet onder hun verantwoording valt. Daar zijn hun subcontractors en ZZPers zelf verantwoordelijk voor.

Het handmatig door burgers aanleveren van pakketten vindt plaats bij boekhandels en andere aanleverpunten zoals supermarkten. De medewerkers van deze zelfstandige vestigingen nemen pakketten aan tot een gewicht van maximaal circa 30 a 32 kg. De pakketten zijn voor 70% tot 10 kg, 20% tot 20 kg en 10% van 20kg en meer. Een gemiddelde inname plek ontvangt per dag een dertig tot honderdtal pakketten dat in de laatste twee categorieën valt. Omdat we zelf pakketten met een hefmobiel naar inname plekken brachten hebben we geregeld gesprekken met medewerkers en bedrijfsleiders gehad. De pakketten worden door ons gemechaniseerd op een weegschaal gelegd en na weging in de rolcontainer van het vervoersbedrijf geplaatst. Medewerkers klagen steevast dat ze zo'n ook hulpmiddel zouden moeten hebben, omdat ze het erg zwaar werk vinden. Bedrijfsleiders zijn ook geïnteresseerd, maar zodra de investering ter sprake komt haken ze af. Veilig werken kan geen geld kosten zeggen ze.

Bij de pakketaflevering hebben we een tiental bedrijven bezocht, waarvan enkele op verzoek van de inkomensverzekeraar of de arbeidsongeschiktheidsverzekering. De werkers in de pakketbezorging hebben zo goed als allemaal klachten zoals rugklachten, problemen met armen en benen en nekklachten. Ze wijten dit allen aan het tillen van de zwaardere pakketten boven de 10 a 15 kg. Ze zijn geïnteresseerd in tilhulpen en we hebben er diverse proeven gedaan. Het blijkt dat het werk in het uiterste geval circa 20 a 30 seconden per pakket langer duurt als je de pakketten boven de 15 kg met een apparaat handelt. Bij de gemiddelde bezorger zijn dit circa 25 eenheden. Dit betekent een arbeidstijdverlies van circa een kwartier tot maximaal een half uur op een dag. Dit legt een te grote druk op de bezorgtijd. Als argument wordt ons aangegeven, dat het pakket dat bezorgd moet worden maar €0.90 oplevert en daarom met de hand gedaan moet worden. Aanschaf van een hulpmiddel past ook niet in het financiële plaatje van de zelfstandig bezorger.

Een nieuw op te zetten grote speler voor stadsbezorging met elektrische voertuigen wil voldoen aan de tilnormen voor de bezorgers. Als ze binnen de NIOSH formule voor tillen blijven door het gebruik van hulpmiddelen is de bezorgtijd tussen een kwartier á een half uur per dag langer, wat ze op achterstand zet ten opzichte van de concurrentie. De implementatie van veilig tillen loopt hierdoor gevaar.

Recent is op logistieke fora gevraagd of er iemand een vervoerder weet die in de gehele keten ergonomisch, dus Arbo-vriendelijk vervoert. Vele kenners en diverse vervoerders hebben gereageerd en allen gaven aan dat je daar lang naar kunt zoeken maar dat die niet te vinden zijn. link Een grote internationale speler geeft aan dat ze pakketten tot 31.5 kg als pakket bezorgen en alles daarboven met palletvracht. Ze geven aan dat dit volkomen veilig is voor de werknemers. Ze hebben dit met de overheid afgesproken 30 jaar geleden. Toen waren er echter nog geen moderne hulpmiddelen. Ze wensen er verder niet over te willen nadenken.

Een grote organisatie waarin veel zelfstandig pakketbezorgers bij zijn aangesloten willen geen pakketten meer bezorgen boven de 25 kg uit gezondheidsredenen voor hun aangesloten chauffeurs. De opdrachtgevers wensen hier echter niet op in te gaan. Een speciale groep is de nachtvrachtbezorging. Omdat zij altijd alleen werken, zou je hier geen zware pakketten verwachten. Het blijkt echter dat in veel gevallen pakketten tot 40 kg bezorgd worden. Hulpmiddelen worden hier niet gebruikt. Grote spelers zijn bezocht maar allen wijzen naar hun subcontractors, die de verantwoording hiervoor zouden hebben. Dezen hebben geen interesse om zichzelf of hun rijders te beschermen, vanwege de kosten en er is toch niemand die het ziet.

Praktijkcase 2 - De fysieke belasting bij het glaszetten

Een van de fysiek zwaarste beroepen is de glaszet branche. Voor zover wij kunnen constateren zijn werknemers van boven de vijftig een zeldzaamheid en lijken de werkers een stoere mentaliteit te hebben. In situaties dat werkers fysieke problemen hebben worden er wel tilhulpmiddelen voor glashandeling gebruikt. Slecht enkele bedrijven werken met tilhulpmiddelen omdat ze dit echt zelf willen. We constateren dat er een tiental keren een til hulp is aangeschaft na een bekeuring van de inspectie SZW, maar dat in veel gevallen het ding van bouwplek naar bouwplek wordt gesleept, niet om te worden gebruikt, maar om uitsluitend de inspectie ter wille te zijn. Ook zien we dat soms een heel goedkoop hefkraantje voor dit doel wordt gebruikt.

Een veel gehoorde opmerking op beurzen, als we op een vraag: "wat kan zo'n hulpmiddel tillen" aangeven dat het alles kan tillen wat je theoretisch ook met één of twee man kan doen is: "dan hebben we er niets aan". Ze willen alleen maar apparatuur als het glas zo zwaar is dat het handmatig niet te tillen is. De bovenstaande gedraging wordt ook wel in de hand gewerkt door de Arbouw, die in het geval van renovatiewerk de volgend regel hanteert: Glas mag U soms tillen boven de 50 kg, Alleen bij renovatie werk, maximaal 2 ruiten per dag, maximaal 100 kg met 4 personen waarvan 1 de leiding heeft, geen grotere hoogte verschillen als 30 cm, en er glas moet met zuignappen goed vast gehouden worden.

Een grote speler die draaideuren levert en plaatst is intensief bezig geweest met het aanschaffen en ontwikkelen van tilmachines voor het zijwaarts plaatsen en monteren van de glazen deuren(vanaf 60 kg). Omdat de directie inschat dat de machine te weinig gebruikt gaat worden omdat de werkers het met de hand blijven doen, is het project niet tot realisatie gekomen. Hier is geen of amper sprake van renovatie werk, maar voornamelijk nieuwbouw.

Een grote internationale glasfabrikant heeft contact gezocht naar aanleiding van een beurs om het tillen van glas met ons door te nemen. In eerste instantie gaven ze aan bijzonder vaak glas te tillen met hun werknemers en daar toch wel een oplossing voor zochten. Tijdens het daaropvolgende bedrijfsbezoek bleek het naar eigen zeggen niet om eigen arbeiders te gaan, maar om ingeleende krachten van onderaannemers. Zij voelden zich hier wel enigszins verantwoordelijk voor, maar we moesten toch maar met hun onderaannemers contact opnemen. Enige tijd later zag ik het bedrijf glas plaatsen bij ons in de buurt. Ik heb gevraagd aan de eigenaar van het pand of ik wat foto's mocht maken. Er werd met twee man glasplaten van 100 kg gedragen, op de vloer gelegd en weer 'gekopt' opgetild en geplaatst. Ze bleken gewoon in dienst te zijn van het glasbedrijf en deden dit plaatsen al jaren zo. Het grootste deel van de hendeling had ook met een machine gekund vertelde de bezorgende vrachtwagenchauffeur van het bedrijf, maar zou dan wel langer duren.

Opvallend is dat de meest gebruikte professionele handzuiger die op de markt is, om glas met de hand te tillen, een maximum tilgewicht heeft van 75 Kg, terwijl je volgens NIOSH maar 23Kg in een ideale situatie met twee handen zou mogen tillen. Kijk maar eens bij “Safelifter” van Stichting Gezond Belast.

Praktijkcase 3 - Verzekeringen en de fysieke belasting

Inkomens verzekeraars hebben er belang bij dat werkers gere-integreerd kunnen worden en dat er preventief gewerkt wordt om de toekomstige uitkeringslast te beperken.

In gevallen dat we via de inkomensverzekeraar in contact kwamen met de uitgevallen pakketbezorgers, wasmachinesjouwers/reparateurs speelde mee dat, ook al werd het tilhulpmiddel volledig vergoed door de verzekeraar, de huidige uitkering zou kunnen wegvallen. De slimste smoezen hebben ons bereikt en het handmatig tillen duurt gewoon voort.

Eén inkomensverzekeraar heeft het grootste deel van de zelfstandige pakketbezorgers in portefeuille. In een gesprek met hen werd duidelijk dat die privatisering van de pakketbezorging circa acht jaar geleden is begonnen en dat er nu enkele, maar over enkele jaren alle zelfstandig pakketbezorgers beginnen uit te vallen. Je kunt dat werk namelijk maar maximaal een tiental jaren fysiek uitvoeren. Daarna begint het lichamelijk verval. Dit komt daarna op bordje van deze verzekeraar en ze zijn zich daar een beetje bewust van aan het worden. Preventief ingrijpen met het voorschrijven van hulpmiddelen lijkt onontkoombaar.

Door de werkers wordt de uitkering van de arbeidsongeschiktheidsverzekering als mogelijkheid aangegrepen om op termijn te ontkomen aan de slecht betaalde zware fysieke belasting zowel qua sjouwen als qua werktijden.

Praktijkcase 4 - Fysieke belasting in de witgoedhandel

De witgoedhandel kenmerkt zich door enkele grote spelers en een groot aantal kleinere. De kleinere handelaar/ bezorger/reparateur laat zich meestal pas een hulpmiddel aanmeten als het kwaad is geschied. Wasmachines en ovens zijn uitzonderlijk zware machines, die meestal met minimaal twee man gehanteerd moeten worden en altijd te zwaar zijn volgens de NIOSH. Voor het transport wordt in diverse gevallen een hefmobiel of ander tilapparaat ingezet en voor het trappenklimmen met wasmachine zijn specifieke apparaten op de markt. Een fysiek veilig gebruik vereist de aanschaf van beiden als je ook wasmachines plaatst. Met een hefmobiel en eventueel een trappenklimmer zijn met succes zelfstandigen gere-integreerd. Weliswaar zijn er ook een aantal die de uitkering verkozen boven de door de verzekering ter beschikking gestelde apparatuur.

Wat ook belemmerend werkt zijn de verschillen in inzichten over het nut van hulpmiddelen. In veel situaties binnen kleine familiebedrijven ziet de oudere vader door levenservaring wel het nut ervan, omdat hij weleens rugproblemen heeft gehad, maar de jongere zoons het maar behelpen vinden en zonde van de investering.

De grote spelers is een ander verhaal. Dezen hebben vaak een in of externe medewerker die de veiligheid en gezondheid van het personeel moet bewaken. We spreken deze medewerkers veel, maar van de directie mag investeren in de veiligheid en de gezondheid van het personeel niet al te veel kosten. Een andere factor van betekenis is hier dat hun eigen functie is gebaseerd op de ongezondheid van werkers. Bij grootschalig voorkomen van uitval loopt de eigen functie of opdracht gevaar.

Bij een grote speler is de wens geuit om de bezorging met één man te gaan doen in plaats van de huidige twee. Dit om kosten te besparen en als bijvangst de gezondheid van de werkers te behouden. Een hefmobiel is hier voor een proefperiode ingezet nadat er een aantal medewerkers was geselecteerd die alleen wilden werken. Zij zijn goed geïnstrueerd voor het juist gebruik van de hefmobiel. Na de proefperiode bleek in de evaluatie dat de medewerkers het apparaat niet wilden hebben. De opmerkingen die naar boven kwamen waren voor ons erg doorzichtig en al tijdens de instructie getackeld. Er leek een andere reden te zijn voor het afwijzen. Navraag tijdens een informeel gesprek leverde ons op dat mogelijke ontslagdreiging voor overtolligheid en in gemiste inkomsten zat. Het laatste omdat deze organisatie wasmachines gratis aflevert op de drempel. Een consument wil vaak echter dat deze machines even boven worden gezet. Voor een paar tientjes wordt dit dan even gefikst. Dit levert toch per werker gauw 100 euro extra per dag op omdat er zo'n dertig wasmachines per dag per een van de vijftig teams worden bezorgd. Omdat de inspectie SZW dit bedrijf in het vizier heeft hebben ze aan twee bezorgwagens laadkleppen gekocht. Hier wilde de werkers wel mee werken omdat dat geen bedreiging is voor het bovenstaande omdat ze met twee man kunnen blijven werken per team. Dat de laadklep geen oplossing biedt voor het stapelen in de vrachtwagen en ook het even naar boven tillen niet oplost lijkt dit voor de gezondheid van de werkers een ongewenste situatie te blijven.

Een ander grote speler heeft naar eigen zeggen, na meewerken met een proef van de inspectie SZW naar ongezond werken in de branche, een boete gehad omdat uit dit onderzoek was gebleken dat er een veel te grote fysieke belasting voor de werkers was. We werden gevraagd per ommegaande een offerte uit te brengen en een proefperiode te draaien om de Inspectie tevreden te stellen en de boete te beperken. In het magazijn blijkt ons apparaat niet te passen in hun systeem omdat er wel enige manoeuvreerruimte voor nodig is. Die ruimte is er niet volgens de bedrijfsleiding. In het algemeen komt het erop neer dat het wel werkt maar iets meer tijd neemt dan met de hand. Daarom heeft de leiding besloten om het voorlopig met de hand te blijven doen. De uitgebrachte offerte was blijkbaar voldoende om de inspectie SZW verder van het lijf te houden.

Praktijkcase 5 - Fysieke belasting in de industrie

In de grove maak industrie zoals constructiebedrijven, machinebouwers en toelevering voor de offshore en chemische industrie is men gewend aan hef en hijsmachines voor alles wat te zwaar is. Voor alles wat je wel kunt tillen is een grote groep stoere jongens aanwezig die dit met de hand doen en willen blijven doen. Het zorgt ervoor dat ze lekker moe zijn aan het eind van de dag en niet naar de sportschool hoeven. Uitleg over de gezondheid willen ze niet horen. Oudere werknemers vind je niet meer in deze beroepen, die zijn allen naar een plek met lichtere werkzaamheden verplaatst of definitief arbeidsongeschikt. In deze bedrijven wordt over het algemeen goed naar veiligheid gekeken en zijn ook veel voorlichtingsmaterialen zoals films, instructies en waarschuwingsstickers voor allerlei soorten gevaren aanwezig maar fysieke belasting is hier geen of nauwelijks onderdeel van. Bij een grote oliemaatschappij wordt in de veiligheidsinstructie film zelfs aanbevolen om met zijn tweeën te zware lasten tillen.

Zware zaken worden met een heftruck of kraan gedaan. Zodra de lasten niet al te zwaar zijn en met een tilapparaat sneller te handelen zijn dan met genoemde machines worden er wel tilapparaten ingezet. Deze vervangen dan geen handwerk, maar machinewerk.

Zelfs in de maakindustrie waar tilhulpmiddelen worden vervaardigd en in bedrijven die tilhulpmiddelen leveren is tillen en sjouwen de gewoonste zaak van de wereld terwijl je mag verwachten dat zij toch wel doordrongen zijn van de gevolgen van fysieke belasting.

Praktijkcase 6 - Fysieke belasting van onderhoudsmonteurs

Onderhoudsmonteurs werken veelal alleen en op locatie en zijn veelal op zichzelf aangewezen. Deze groep is gewend om met gereedschap om te gaan en over het algemeen zeer technisch. Voor allerlei til situaties gebruiken ze hun lichaam en een of andere geïmproviseerde constructie om te zwaar tilwerk toch te kunnen doen. In de servicebusjes hebben ze meestal een vast gemonteerde takel of oprijplanken. Enkelen hebben een hefmobiel of ander tilapparaat en gebruiken hem geregeld. Werkgevers zien de noodzaak vaak niet in en geven bijvoorbeeld wel tilcursussen, maar dit is voor veel werk geen oplossing, omdat de te handelen onderdelen gewoon te zwaar zijn om veilig te kunnen tillen. Zelfstandig opererende monteurs vinden de investering vaak te hoog en blijven het ook ingegeven door tijdsdruk met de hand doen, totdat het lichaam zodanig opspeelt dat ze wel iets moeten. Ze kiezen dan vaak voor stoppen met werken omdat ze een uitkering ontvangen. Willen ze wel blijven werken, dan is een tilhulpmiddel vaak een uitkomst.

Praktijkcase 7 - Fysieke belasting in de geluid en videobranche

Het grootste gedeelte van het werk in deze branche bestaat uit sjouwen, duwen en tillen. Na een tiental jaren hebben zo goed als alle werkers, zowel ZZPers als die in loondienst zijn, last van lichamelijke klachten. De branche is echter zo aantrekkelijk voor jongeren dat ze zich massaal aanbieden om mee te mogen helpen bij een concert of evenement. Dat maakt het bijzonder interessant voor bedrijfsleiders om, iemand die met rugklachten kampt, weg te bonjouren. Er is immers genoeg aanbod en het valt snel te leren. Hulpmiddelen die mensen langer aan het werk zouden kunnen houden worden te duur bevonden en in ons bekende gevallen als ze door werknemers worden aangedragen levert het hen ontslag, of ziektewet op.

Praktijkcase 8 - Fysieke belasting in de supermarkt

Scholieren beginnen vaak met vakkenvullen als bijbaantje. Het vakkenvullen mag niet teveel tijd kosten, omdat een wagen of rolcontainer in het looppad betekent een consument die niet dat pad inloopt, dus omzetverlies. De werkers die bijvoorbeeld een aantal kratten bier tegelijk kunnen oppakken verdienen de voorkeur. Vele dozen met minstens zes kilo en vaak rond de tien kilo inhoud worden door de werkers opgetild, uitgepakt, en in de rekken geplaatst, vaak bukkend, draaiend of strekkend. Tegen de tijd dat er rugklachten en dergelijke ontstaan zijn de werkers klaar met school en zoeken een andere baan. Na vijf jaar is elke werker vervangen door een verse. Een enkeling heeft het geluk te blijven en door te groeien naar een vaste baan. Na een tiental jaren vallen deze personen uit of krijgen een managersfunctie. Een tilhulpmiddel wordt in vele gevallen te duur bevonden ook al levert dit soms tijdwinst en lege paden op. Er zijn immers genoeg "verse" werkers voorhanden.

Praktijkcase 9 - Fysieke belasting bij defensie

Defensie is een aparte branche. Omdat de uitstroom sowieso plaats vindt op veel vroegere leeftijd zijn arbeidsomstandigheden en fysieke belasting hier geen hot item. De enkeling die zijn werk lichter wil maken moet zelf op zoek naar een eventueel hulpmiddel. Hij trotseert daarmee een machocultuur en wordt meestal als watje weggezet. Degene die de cultuur weerstaat en er wel mee werkt kan langere tijd lichamelijk werk blijven doen. Uiteraard is de training bij defensie gericht op veel fysieke belasting, omdat er in oorlogssituatie niet altijd teruggegrepen kan worden op hulpmiddelen. Maar in het reguliere werk zou de fysieke belasting beperkt moeten zijn. Of de uitvalcijfers door fysieke belasting naar buiten komen en in de statistieken terecht komen is ook maar de vraag gezien het gesloten karakter van de organisatie.

Praktijkcase 10 - Fysieke belasting in de Horeca

De horeca is een van de zwaarste beroepen qua fysieke belasting, maar desondanks een heel aantrekkelijke. Erg veel sjouw en tilwerk en weinig rust. Biervaten, kratten en dozen kunnen eenvoudig met hulpmiddelen worden gehandeld, maar door de inrichting van vele panden met trappen, drempels en verhogingen vereist dit een zekere aanpassing om de middelen te kunnen gebruiken. Maatwerk is hier meestal noodzakelijk. Het geld voor deze voorzieningen en de hulpmiddelen worden als te grote kostenpost gezien. Nieuw personeel is gemakkelijk te verkrijgen en naarmate de tijd dat mensen langer in de horeca werken ontstaat toch de behoefte aan ander werk. Veel oudere werknemers zul je er niet tegenkomen. In deze branche lost het probleem van fysieke belasting zich vanzelf op. De enkeling die wel hulpmiddelen gebruikt is de zelfstandige uitbater die geen arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft en moet blijven werken.

Praktijkcase 11 - Fysieke belasting in de Gezondheidszorg

In de gezondheidszorg is al langer aandacht voor fysieke belasting van de werkers. In veel gevallen zijn in centra wel hulpmiddelen aanwezig om patiënten te tillen. Deze worden toch geregeld niet toegepast en het wordt even met de hand gedaan. Het blijkt verder dat circa de helft van het tilwerk in de gezondheidszorg niet uit tillen van patiënten maar van goederen bestaat. Hier is nog veel te doen. Om maar niet te spreken van verzorging onderweg. Daar worden en patiënten en goederen met de hand getild en gesjouwd.

Praktijkcase 12 - Fysieke belasting bij Verhuizers

De verhuisbranche bestaat bijna volledig uit fysiek werk. Er is geen beroep waar zoveel in gesjouwd en getild wordt als hier. Hulpmiddelen nemen altijd teveel tijd en nemen ook veel ruimte in wat niet benut kan worden als laadruimte. Kortom tillen en sjouwen lijkt hier voor de werkers een must te zijn. Het kost gewoon teveel geld als hier met hulpmiddelen gewerkt zou moeten worden. Het is meestal de eerste branche waar men aan denkt als het over tilhulpmiddelen gaat, maar er is nog niet één verhuizer die er daadwerkelijk gebruik van maakt. Wel worden, om de arbeidsinspecteurs of kritische opdrachtgevers tevreden te stellen, hulpmiddelen meegenomen, maar deze worden zo goed als nooit gebruikt. Tenzij de opdrachtgever permanent met een controleur aanwezig blijft zoals vaak bij grote overheidsprojecten. Diverse bedrijven schaffen een hulpmiddel aan bij het hebben van zo'n opdracht, maar verkopen het weer als de opdracht uitgevoerd is of laten het verstoffen in een hoek.

Praktijkcase 13 - Fysieke belasting bij de gereedschappenhandel en toeleveranciers voor bouw en industrie

Met deze branche is intensief contact geweest de afgelopen jaren. Dit is omdat deze branche bij uitstek geschikt is om ook tilhulpmiddelen aan hun klanten te verkopen of te verhuren. In vele bedrijven zijn daarom demonstraties gedaan en er zijn veel exemplaren op voorraad gezet. De goederen in magazijnen en winkels van deze bedrijven zijn bijna allemaal zwaar en worden bij de distributie in en buiten het bedrijf bijna uitsluitend met de hand verwerkt. Daarom lijkt het logisch dat deze bedrijven de tilhulpmiddelen ook zelf gebruiken. Toch moeten we constateren dat zo goed als al deze bedrijven de mogelijke hulpmiddelen niet gebruiken. Met als gevolg dat de klant ook niet snapt waarom hij dan wel met een hulpmiddel zou moeten tillen of dragen. Ook de verhuurders van gereedschappen, waar toch tientallen keren per dag door een werker een zwaar apparaat op de toonbank of bij iemand in de auto gezet moet worden, gebruiken geen tilhulpmiddelen.

Praktijkcase 14 - Fysieke belasting in de stukgoedsector

Ervaring van Anton Adelerhof van Maproloc Sustems B.V.
Wij volgen al vele jaren de ontwikkelingen bij het lossen en laden van containers met stukgoed. Bij veel bedrijven is dit nog steeds handwerk. Ze omzeilen vaak de regels door dit uit te besteden. Er zijn ploegen/bedrijven die hiervoor in tonnen per uur worden afgerekend. Ik heb deze in de praktijk bezig gezien in de koffieoverslag met jute zakken tot 70kg/stuk. Puur beulwerk want ze kunnen door sneller te werken hun eigen uurtarief bepalen! Wordt met veel branie gedaan maar zo'n beetje alle Arboregels worden geschonden. Inspectie SZW is dit ook bekend maar zij kunnen weinig meer doen dan bijsturen totdat er goed werkende hulpmiddelen beschikbaar zijn. Ik heb ze laten zien welke (betaalbare) oplossing hiervoor zijn ontwikkeld. Toepasbaar voor elk soort stukgoed. Het lijkt echter goedkoper met de hand te kunnen worden gedaan.

Praktijkcase 15 - Fysieke belasting in een groothandel voor installatiemateriaal

We zijn gevraagd om het apparaat te laten zien aan een werkneemster van een landelijke groothandel van installatie materiaal. Zij had sinds een aantal weken enorme rugpijn en wist dat wij haar met haar probleem konden helpen. Op de afspraak kwam ze vanuit het kantoor vergezelt door haar chef naar de hefmobiel kijken. Na slechts enkele minuten zei haar chef dat het een mooi ding was, maar niet voor hen. Ik kon maar beter op de bouw gaan leuren. Ik meldde dat ik speciaal voor de dame met de rugklachten gekomen was en dat ik haar daarmee wilde helpen. Ik vroeg of ze het apparaat even wilde proberen, maar ze keek de chef aan en die gaf als antwoord “nee, dat doen we niet.” Hij bedankte voor het bezoek en ze gingen weer terug naar kantoor.

We hebben daarop even koffie gedronken in het barretje van het bedrijf en evalueerden het kortstondige gebeuren. We bedachten dat het wel leek alsof we een onheus voorstel hadden gedaan. De chef was duidelijk niet geamuseerd, zelfs min of meer boos.

Na een tiental minuten kwam de bewuste dame langs de koffiecorner en zag ons nog zitten. Ze was nu echter zonder chef en excuseerde zich voor het gebeurde. Haar chef was echter bang dat als er één iemand met een hulpmiddel ging werken dat eigenlijk alle werknemers zo’n ding zouden moeten hebben, want alles was zwaar tilwerk in het bedrijf. Dit zou een veel te dure investering worden.

Dergelijke ervaringen hebben we in eerdere jaren ook wel gehad, maar nu werd het echt uitgesproken dat we door het hulpmiddel te laten zien een probleem voor het bedrijf creëren.

Praktijkcase 16 - Fysieke belasting in de kassenbouw

De kassenbouw is een inventieve bedrijfstak, waar veel zwaar lichamelijk werk nodig is om het werk uit te voeren. Op vele fronten is al gewerkt aan het verminderen van de fysieke belasting. Voor het beglazen zijn machines ontwikkeld die een groot pakket aan glas in een keer omhoog kunnen brengen en dan al rijdend op rupsbanden over de ruige grond elke glasplaat op de juiste bestemming en hoogte kunnen brengen. Een vacuümzuiger aan een kraanarm brengt de ruit zonder handkracht, maar wel begeleid door een mens op zijn plek tussen de roeden. Een bijkomend voordeel is gebleken dat er nu veel grotere glasplaten verwerkt kunnen worden, dat de lichtopbrengst in de kas ten goede komt.

Op andere fronten wordt nog wel veel met de hand gewerkt. De kasvoeten waar de kolommen op staan worden meestal met de hand gezet. Deze wegen doorgaans 20 kg per stuk, maar bij hogere kassen wordt nog wel eens een zwaardere uitvoeringen gebruikt. De begrenzing wordt bepaald door wat de man die de voeten zet kan tillen. Bij mechanisering zou men met zwaardere voeten kunnen gaan werken, zodat de overspanningen van de kas vergroot kunnen worden en de fysieke belasting geëlimineerd kan worden.

Voor meerdere bedrijfstakken geldt overigens ook dat bij mechanisering met zwaardere elementen gewerkt zou kunnen worden. Dus in plaats van lichter zou de te hanteren last juist zwaarder gemaakt moeten worden om de fysiek belasting onmogelijk te maken. Een voorbeeld waarin dit zou kunnen is de steigerbouw, waar men lichtere elementen is aan het ontwikkelen om de werkers te ontlasten. Zwaarder maken en mechaniseren zou hier ook de oplossing kunnen zijn.

Praktijkcase 17 - Fysieke belasting bij fabrikanten van grootkeuken, wasmachine en horeca-apparatuur

Ovens en wasmachinefabrikanten produceren apparaten die vaak boven de honderd kilo wegen. Binnen de fabrieken en het transport naar de eindgebruiker gaat veelal op pallet en hierbij komt geen tilarbeid aan te pas. Meestal worden hier palletwagens voor gebruikt en soms zijn deze elektrisch aangedreven. Het plaatsen van de apparatuur op de eindbestemming wordt echter meestal met de hand gedaan door met een aantal mensen de apparatuur van de pallet af op de plaats te tillen. Dit werk is uitbesteed aan de transportondernemers, zodat de verantwoording niet meer bij het productiebedrijf ligt. Bij onderhoud en reparatie wordt wel grotendeels door monteurs van het eigen concern met de hand getild. Er zijn soms wel goedkope handbediende heftafels in gebruik, maar die worden door de monteurs als onhandig bestempeld onder andere omdat de last er toch nog opgetild moet worden en blijven daardoor meestal op de zaak staan.

Er zijn slimme tilapparaten op de markt die het met de handtillen voor 99% voorkomen en waar monteurs doorgaans zeer enthousiast over zijn. Bij diverse grote merken zijn er enkele stuks in gebruik. Omdat deze tilapparatuur elektrisch werkt zijn ze wel duurder. Directies van deze grote merken willen, ondanks de dringende adviezen vanuit het middenkader, ingegeven door het moderne ‘rendementsdenken’ niet investeren in dergelijke apparatuur en geven aan dat de monteurs het maar met de hand moeten blijven doen.

Praktijkcase 18 - Fysieke belasting in de automotive en garagebranche

Automonteurs hebben geregeld zware zaken te tillen. Zoals banden, vliegwielen, accu’s etc. Er zijn vele hulpmiddelen van geavanceerd tot eenvoudig om het tillen te ontlasten. Er wordt weinig tot geen gebruik van gemaakt, omdat het met de hand iets sneller gaat. Soms is de apparatuur wel aanwezig maar wordt deze alleen gebruikt bij inspectiemomenten. Als een garage eigenaar wel de noodzaak ziet tot bescherming van de rug van het personeel en besluit tot inzet van tilapparatuur zijn er altijd wel monteurs die dit tegenwerken. Soms omdat ze niet als watje willen worden gezien, soms omdat ze als rug patiënt vieze en zware klussen niet meer hoeven te doen en met tilapparatuur dit weer wel moeten. Soms willen de monteurs wel en geven ze zelfs aan dit dringend nodig te hebben vanwege rug of gewrichtsklachten, maar wil de eigenaar er geen geld aan uit geven.

Bij trailer of opleggerfabrikanten worden wel hefmobielen ingezet voor het monteren van vrachtwagenwielen, maar dan meestal niet om mensen te sparen, maar meestal om zo minder tijdbeslag te leggen op de in het gebouw aanwezige bovenloopkraan.

Praktijkcase 19 - Fysieke belasting in de inleners of uitzendbranche

Dezen zijn ervan op de hoogte dat hun personeel vaak zware fysieke arbeid verricht, maar voelen zich niet verantwoordelijk voor de gezondheid van het door hun geplaatste personeel. Het is de verantwoording van het inlenende bedrijf. Zij doen voor zover bekend ook geen moeite om hun klanten op de problemen van fysieke belasting te wijzen.

Algemene klussenbedrijven die personeel uitlenen doen veel fysiek zwaar werk. Veelal schakelen ze Oost-Europeanen in die alles aanpakken zonder te zeuren. Bij sommige bedrijven is gevraagd een offerte voor hulpmiddelen te mogen uitbrengen. Meestal is het antwoord: ‘Als het maar weinig kost en niet meer tijd neemt, want we kunnen zoveel Polen krijgen als we willen, en die zeuren niet.’